De Lutherse kerkinrichting
Met de kerkinrichting bedoelen we hier het gebouw, niet de organisatie als kerk.
Iedereen snapt dat Luther de prediking een grote plaats wilde geven, vandaar de verplaatsing van de kansel naar de zuidzijde, ook wel boven het altaar aan de oostkant, het zogenaamde kanselaltaar, zie afbeelding. De dominee gaat een trappetje op, want de verkondiging is uiteindelijk belangrijker dan het avondmaal.
Opvallend is ook de vele galerijen (emporen Du.) in de kerk, waardoor veel mensen in de kerk konden plaatsnemen. Door de nieuwe prediking duurden diensten zomaar 2 tot 3 uur. Dan moest je wel zitten om dit vol te houden.
Het altaar blijft overigens een belangrijke plek innemen: plaats van handeling als het ontsteken van kaarsen, het openen van de Bijbel, de voorbereiding voor de avondmaalsviering (geen offer!). Al met al een heilige plek, je zet geen tasje op het altaar, of, nog erger, een laptop...
Hiernaast de situatie in Finsterbergen diep in het Türinger woud, waar Luther waarschijnlijk wel langs gekomen is, op weg naar Gotha vanuit Schmalkalden. Raakte hij hier onderweg zijn nierstenen kwijt? Zou zo maar eens kunnen.
Toch is het begrip eerste protestantse kerk wel betrekkelijk. Al snel na 1517 gingen kerken al nieuwe elementen in de dienst inbrengen: geen pastoorskleding (Karlstadt) , avondmaal i.p.v. de mis, de preek enz.
Hieronder: een bladzijde uit mijn boek: De reiskist van Maarten Luther. (uitg. Om Sions Wil, Alblasserdam ,2019
(19-09-24)